Jaap Post
Er is in de afgelopen decennia meer dan eens geprobeerd om een tijdschrift over China te publiceren. Geen van die pogingen is een lang leven beschoren geweest. We zijn er dan ook terecht trots op dat ons tijdschrift China NU al bijna 50 jaar bestaat. Dit is te danken aan de grote inzet van de hoofdredacteuren en redacties die China NU in de loop van de jaren heeft gekend. Dankzij hun creativiteit en doorzettingsvermogen kon in de loop van vele jaren een kwalitatief aantrekkelijk blad over China worden gepubliceerd. Een geweldige prestatie en dat temeer omdat het hoofdzakelijk vrijwilligers zijn geweest die dit iedere keer voor elkaar kregen.
In de aanloop naar het 50 jarig jubileum wordt in elk nummer aandacht besteed aan de geschiedenis van China NU. In dit nummer gaan we verder met de jaargangen 21 tot en met 25, de periode 1996-2001, deel 5. De auteur is Jaap Post; lid sinds 2000, voorzitter van 2001 tot 2008, momenteel adviseur van het bestuur en lid van het Comité van Aanbeveling.
Een nieuw tijdschrift; een tijdelijk succes
Er verschijnen veel recensies in China NU over in het Nederlands geschreven of vertaalde boeken over China. In ieder nummer zijn gemiddeld vijf recensies opgenomen en dat jaar in jaar uit. Dat betekent dat er voortdurend veel literatuur over China beschikbaar komt. Het is dan ook begrijpelijk dat er een Vlaams-Nederlands initiatief wordt genomen om een tijdschrift voor vertaalde Chinese literatuur te starten. Het grote struikelblok is de financiering. Maar met veel moeite lukt het uiteindelijk om in het voorjaar van 1996 een nulnummer te laten verschijnen, gevolgd door een eerste nummer in oktober van datzelfde jaar. Het blad krijgt de naam ‘Het trage vuur’ en verschijnt aanvankelijk twee en later vier keer per jaar. De naam is een combinatie van de inhoud en de wijze waarop het tot stand is gekomen. Regelmatig verschijnen in China NU advertenties om abonnees te werven. Het blad is succesvol, maar de redactie moet – na 47 nummers – in 2010 toch de pijp aan Maarten geven. Zo blijkt opnieuw dat een tijdschrift oprichten en in de benen houden geen eenvoudige zaak is.
Van politiek fanatisme tot politiek toerisme
In 1997 bestond VNC 20 jaar. Ter gelegenheid daarvan blikt China NU terug op de stormachtige eerste twee decennia van VNC, samen met de eerste voorzitter, Maarten van der Linden en met de vroegere hoofdredacteur, Kees van Galen. De initiatiefnemers voor de oprichting van VNC waren mensen met professionele belangstelling voor het Chinese ontwikkelingsmodel. Maar er was al spoedig een hele toevloed van mensen die actief waren in maoïstisch georiënteerde politieke organisaties. De Kommunistische Eenheidsbeweging Nederland – Marxistisch Leninistisch (KEN-ML) spoorde haar leden aan om actief te zijn binnen de vereniging. Dat deden ze, ze gebruikten VNC als propaganda-forum voor politieke doelen in Nederland. De oorlog van China met Vietnam leidde tot discussie: “Je kwam in een eigenaardige kronkel om je belangstelling voor het land goed te praten.” Bij de eerstgenoemde leden heerste angst dat VNC zou worden overgenomen door de, in een aantal afdelingen zeer actieve, maoïstische vleugel. De ontwikkelingen in China na de dood van Mao Zedong hadden ook hun effect op VNC. Het fanatisme van de maoïstische vleugel nam af en de meeste van hen stapten uit de vereniging. De mensen die wel lid bleven hadden belangstelling voor reizen, cultuur, geschiedenis, de taal etc. In korte tijd bloeide VNC weer op. In die tijd ontstond ook meer samenwerking met sinologen. Bij hen was het credo: “China kan je observeren, maar mag je niet omhelzen.”
In memoriam Deng Xiaoping
In het eerste nummer van 1997 schrijft Garrie van Pinxteren een artikel in China NU over de dan net overleden Deng Xiaoping. Deng is in zijn lange leven meermalen uit de gratie gevallen maar keerde telkens toch weer terug op het hoogste niveau. Deng is de man die aan het begin staat van de succesvolle economische hervormingen die vanaf 1978 geleidelijk worden doorgevoerd. Deng is echter ook de man die in 1989 uiteindelijk het leger op de studenten afstuurt om de opstanden en daarmee ook de roep om meer democratie te onderdrukken. Als belangrijkste taak zag Deng het realiseren van een zo hoog mogelijke levensstandaard voor de bevolking: “Rijk worden is eervol.” Mao stelde dat China alles kon bereiken onafhankelijk van het buitenland als het gehele volk er zich maar voor inzette. Deng zag echter dat China materieel achter liep op het Westen en vond het gebruik van westerse technologie onontbeerlijk. Bovendien had hij minder vertrouwen in de onbaatzuchtigheid van het volk. Garrie sluit haar artikel af met: “De tijd zal uitwijzen of het economisch wonder in China kan voortbestaan zonder politieke hervormingen.”
Vrije verkiezingen in China
In 1987 is een wet aangenomen die bepaalt dat de besturen op het laagste niveau op het Chinese platteland via algemene verkiezingen moeten worden gekozen. In die jaren woont de meerderheid van de Chinese bevolking op het platteland. Een niet onbelangrijke wet dus.
VNC-lid Dr. Vermeer doet uitgebreid verslag van zijn bezoek aan China in 1996, waar hij meewerkte aan een EU-project dat beoogt deze verkiezingen te verbeteren. Op dat moment wordt in ruim de helft van de dorpsgemeenten het bestuur gekozen via algemene verkiezingen. Dat kan op allerlei manieren gebeuren. Zo komt het veel voor dat het aantal kandidaten op het stembiljet gelijk is aan het aantal plaatsen in het bestuur. Stemmen kan dan toch nog zin hebben. Je geeft namelijk op het stembiljet niet alleen aan wie je in het bestuur wilt hebben maar ook wie je niet in het bestuur wilt zien. Als een kandidaat niet wordt gekozen, dan moet een andere kandidaat worden gezocht. In andere dorpen is het aantal kandidaten groter dan het aantal zetels, dat komt dichterbij echte verkiezingen. Er bestaat overigens ook nog een derde mogelijkheid. Als dorpelingen zelf iemand willen voorstellen dan kan dat door een naam bij te schrijven op het stembiljet. Het dorpsbestuur heeft twee functies; ten eerste, het regelen van dorpszaken, zoals het verdelen van schaarse middelen, het aanleggen van wegen, irrigatiekanalen en dergelijke. De tweede is het uitvoeren van taken die door de hogere overheden zijn opgelegd, zoals het innen van belastingen. De dorpsbesturen worden jaarlijks gecontroleerd door de jaarlijkse vergadering van de dorpelingen of zoals in steeds meer dorpen het geval is door dorpsvertegenwoordigerscomités. Bij menigeen in het Westen leeft de gedachte dat dit weleens het begin zou kunnen zijn van democratisering van China.

Strijd tegen terrorisme
“Wat een gevaarlijke crimineel voor de een is , kan voor de ander juist een vrijheidsstrijder zijn.” Hiermee opent het redactioneel ten geleide bij het winternummer van 2001, met de thema’s Misdaad, Terrorisme en Piraterij. Het nummer sluit daarmee aan op het begin van de War on Terrorism als antwoord op de aanslagen op 11 september van dat jaar op onder meer de Twin Towers in New York. In dat nummer staat een mooi overzichtsartikel over Xinjiang en de Taliban. Terwijl China samen met Pakistan de islamitische Mujahedin steunde tegen de Russen in Afghanistan, had het gros van de daders van bomaanslagen in Xinjiang juist terroristische kennis opgedaan in Afghanistan. Zowel het uiteenvallen van de Sovjet-Unie als de verchinezing van Xinjiang stimuleerde het streven naar zelfstandigheid. De Turkse president Özal verklaarde begin jaren negentig dat alle Turkstalige gebieden hun onafhankelijkheid hadden verworven, behalve Oost-Turkestan. China gaat ver in de bestrijding van activisten en militante islamisten. De VN Hoge Commissaris voor de mensenrechten heeft daarom de Chinese overheid laten weten dat de aanpak van het terrorisme geen vrijbrief mag zijn voor repressief optreden tegen de Oeigoerse minderheid. In dit verband viel mij in het voorgaande nummer van China NU een advertentie op van Amnesty International waarin twee landenspecialisten worden gezocht voor China.
Over stedenbanden en gaatjes vullen
In de jaren negentig komen veel banden tot stand tussen Nederlandse provincies en steden en Chinese steden en provincies. VNC organiseert in dit verband een drietal bijeenkomsten voor ambtenaren en medewerkers van de Kamers van Koophandel en van gemeenten en provincies die actief betrokken zijn bij deze banden met China. Onderwerpen die in deze bijeenkomsten aan de orde komen zijn onder andere de actuele ontwikkelingen in de betrekkingen tussen Nederland en China, subsidieregelingen die op China van toepassing zijn en het omgaan met cultuurverschillen. De bijeenkomsten vormen een platform om elkaar te ontmoeten, ervaringen uit te wisselen en informatie op te doen.
Die ervaringen kunnen heel uiteenlopend zijn. Zo zetten twee tandartsen uit de regio Eindhoven in samenwerking met de provincie Jiangsu een project op om gaatjes in tanden en kiezen te vullen zonder te boren. Een methode die ontwikkeld is door een tandarts van de Radboud Universiteit in Nijmegen en die vooral nuttig is in armere regio’s waar (nog) geen elektriciteit of stromend water aanwezig is. Het is bovendien een methode die kan worden gebruikt door gezondheidsmedewerkers. Het project blijkt een succes te zijn.
