Architectuur, Innovatie en Academisch Ondernemerschap in China
door Martijn de Geus
Voor ChinaNU+ vertelt Martijn de Geus, succesvol architect met vele onderscheidingen op zijn naam en Assoc. Professor aan de Tsinghua Universiteit in Beijing over hoe hij in China terechtkwam en de persoonlijke en professionele ontwikkeling die hij daarbij meemaakte. Hoe hij het white savior syndroom overwon en zich een succesvolle mix van westerse en oosterse principes eigen maakte. Op zoek naar inspiratie groeide zijn diepgaande betrokkenheid bij de academische en professionele wereld van China, waarin hij de ruimte vindt om ideeën te verwezenlijken. Lees dit inspirerende verhaal, over de reis die deze Nederlandse architect vijftien jaar geleden begon en nog steeds onderneemt, over zijn ervaringen die hij graag met anderen wil delen.
Dit jaar is het vijftien jaar geleden dat ik naar China verhuisde. Toen ik in augustus 2010 het vliegtuig instapte, had ik niet kunnen voorspellen hoe diepgaand deze beslissing mijn professionele en persoonlijke leven zou beïnvloeden. Na mijn studie bouwkunde in Delft, enkele jaren werkervaring in Nederland en een jaar in Los Angeles, stond Harvard oorspronkelijk op mijn lijst als volgende stap. Maar toen ik van een gerenommeerde professor de tip kreeg dat de meest toonaangevende architecten niet in Cambridge (Boston) werkten, maar in China, werd mijn nieuwsgierigheid gewekt.
In een levend laboratorium
Mijn keuze voor Beijing en de Tsinghua Universiteit was in eerste instantie een sprong in het diepe. Natuurlijk was ik bekend met het CCTV gebouw dat in aanbouw was, van de Nederlandse architect Rem Koolhaas, en ik wist dat er andere internationale architecten werkten voor de Olympische Zomerspelen in 2008, of de Shanghai World Expo. Maar de universiteit kwam niet voor in de wereldwijde rankings, ik sprak geen Chinees en was ook niet eerder in China geweest. Er was geen Tsinghua Wikipedia pagina en Chinese architecten waren in het Westen nauwelijks bekend. Het bleek uiteindelijk een schot in de roos. Niet alleen bood de universiteit een uitstekende academische omgeving, maar de stad zelf ademde een sfeer van optimisme en onbeperkte mogelijkheden. Wat me vanaf het begin fascineerde, was de combinatie van academisch onderzoek en praktijk. In Nederland zijn deze werelden vaak gescheiden, terwijl ik hier de vrijheid kreeg om theoretisch onderzoek direct te koppelen aan de realiteit van stedelijke ontwikkeling en architectonische innovatie. Het voelde voor mij als een ‘levend laboratorium van de toekomst’, een plek waar creativiteit, innovatie en experiment de norm zijn.
Stimulerende werkomgeving
Het genoegen bleek wederzijds, en na het afronden van mijn master vroeg Tsinghua mij om te blijven. Dat aanbod kon ik niet afslaan; ik begon met lesgeven, werkte aan kleine lokale projecten en voltooide er uiteindelijk ook mijn PhD. De afgelopen jaren heb ik me binnen de tenure-track opgewerkt tot associate professor, begeleid ik m’n eigen PhD studenten en heb ik de ruimte om mijn eigen onderzoeksrichting en lesprogramma’s vorm te geven. Professoren werken hier behoorlijk onafhankelijk en zijn bijvoorbeeld niet gebonden aan een leerstoel. Daarnaast werken collega’s goed samen waarbij de winst voor het collectief boven de individuele ego’s gaat. Parallel daaraan heb ik samen met mijn vrouw en partner Han een architectenbureau opgezet. Dit hybride model – waarin academische inzichten direct worden toegepast in de praktijk – is een van de grootste voordelen die ik hier ervaar.
Onbeperkte mogelijkheden
China heeft in de afgelopen decennia een ongekende transformatie doorgemaakt. Steden groeien in een tempo dat in Europa ondenkbaar is, en de academische wereld weerspiegelt die dynamiek. Het land investeert fors in onderzoek en ontwikkeling, en universiteiten zoals Tsinghua spelen daarin een sleutelrol. Er is een sterke drang naar innovatie, zowel technologisch als conceptueel, wat zich met succes laat zien op het wereldtoneel. Tsinghua als universiteit komt nu vaak als beste Aziatische universiteit naar voren komt, met mijn faculteit ook steevast in de wereldtop.
Waar in Europa veel aandacht uitgaat naar het perfectioneren van bestaande systemen, is China in mijn beleving een plek waar experiment en radicale ideeën worden omarmd. Dit heeft mij niet alleen als architect beïnvloed, maar ook als docent en onderzoeker. Ik ervaar een enorme vrijheid om op eigen initiatief nieuwe thema’s te verkennen en onderzoek voor te stellen.
Nieuwe inzichten
In de afgelopen vijftien jaar is de geopolitieke context veranderd. Waar China in 2010 nog vooral werd gezien als ‘de werkplaats van de wereld’, is het inmiddels een technologische en wetenschappelijke grootmacht. Dit heeft invloed op de manier waarop het Westen naar China kijkt – en vice versa. Als Nederlandse architect en academicus in Beijing bevind ik me soms in een unieke positie. Aan de ene kant ben ik een waarnemer van binnenuit, aan de andere kant blijf ik verbonden met de westerse manier van denken.
Toen ik hier net arriveerde, had ik last van wat je zou kunnen omschrijven als het ‘white savior complex’. Ik zag problemen zoals luchtvervuiling, snelle verstedelijking en het verlies van erfgoed en dacht dat ik – met mijn westerse opleiding en Nederlandse grootmoedigheid – een cruciale bijdrage kon leveren aan de oplossing. Het duurde niet lang voordat ik besefte hoe complex en gelaagd deze vraagstukken waren, en dat China zijn eigen dynamiek, logica en oplossingen ontwikkelt. Wat ik in de loop der jaren ook leerde, is dat China geen passieve ontvanger van buitenlandse expertise is, maar een krachtig, zelfbewust systeem dat zijn eigen toekomst vormgeeft. Het is een land dat leert, absorbeert, maar vooral ook innoveert op manieren die we in het Westen soms onderschatten. Dit besef veranderde niet alleen mijn professionele houding, maar ook mijn denkwijze. In plaats van te denken dat ik kennis kwam brengen, begon ik steeds meer te leren en te begrijpen hoe de Chinese manier van werken, denken en bouwen mij kon verrijken.
Een succesvolle combinatie
Deze realisatie leidde ertoe dat ik me actiever ging verdiepen in traditionele Chinese architectuurprincipes, onder begeleiding van mijn PhD-promotor, professor Li Xiaodong. Ik wilde ontdekken of deze principes mij nieuwe inzichten konden bieden. Dit onderzoek bracht mij in contact met het concept ‘天人合一’ (tiān rén hé yī), dat beschrijft hoe een harmonische leefomgeving een combinatie is van natuurlijke en door mensen toegevoegde elementen. Hierdoor staat niet het object van het gebouw centraal, maar de relatie tussen landschap, gebouw, dier en mens. Dit bood mij een geheel nieuw perspectief.
Deze inzichten bleken niet alleen waardevol voor mijn academische werk, maar ook voor mijn praktijk als architect. Toen ik rond 2018 werd uitgenodigd om in Nederland mee te dingen bij een project, paste ik deze denkwijze toe. Ik herinner me nog goed hoe de opdrachtgever verbaasd reageerde toen ik zei: “Voor mij gaat het niet om het gebouw.” Dit was een perspectief dat hij niet eerder van een architect had gehoord. Uiteindelijk bleek deze aanpak succesvol en leverde het ons als architectuurstudio een onderscheidende positie op. Onze combinatie van Nederlands creatief denken en oplossingsgerichtheid met de holistische en op duurzame innovatie gerichte insteek van mijn Chinese tweede thuis, vormt de kern van ons bureau ‘汉荷设计’ (hàn hé shèjì, vertaling: ontwerpstudio met Nederlandse en Chinese characteristieken). In 2022 werd deze aanpak ook in Nederland erkend, toen ik werd uitgeroepen tot ‘Jonge Nederlandse Architect van het Jaar’. De jury schreef in haar rapport: “Martijn (…) combineert zijn ontwerptalent met levenslessen, daardoor krijgen zijn projecten en onderzoeken een interessante persoonlijke lading. (…) Je ziet bij hem dat hij echt gelooft dat de nieuwe architect anders moet zijn.”
Een reis die voortduurt
Mijn ‘Journey to the East’ is geen afgesloten hoofdstuk, maar een voortdurend proces van leren, experimenteren en aanpassen. Wat begon als een zoektocht naar een inspirerende architectuurcultuur, groeide uit tot een diepgaande betrokkenheid bij de academische en professionele wereld van China. Hier heb ik de ruimte gevonden om ideeën niet alleen te bedenken, maar ook te realiseren: een combinatie die in mijn ogen essentieel is voor de toekomst van architectuur en stedelijke ontwikkeling.
Meer dan alleen een persoonlijk verhaal, hoop ik dat mijn ervaring anderen kan inspireren om een sprong te wagen en hun horizon te verbreden. Natuurlijk gaat dit niet zonder slag en stoot. Het leren van een nieuwe taal, het aanpassen aan een andere cultuur en de verwachtingen die daarbij horen zijn niet eenvoudig. Daarom biedt China dus niet alleen een fascinerende context voor architectuur en innovatie, maar ook een kans om te leren, te groeien en een uniek internationaal perspectief te ontwikkelen. In een steeds veranderende wereld is het vermogen om verschillende culturen en systemen te begrijpen en te verbinden een onmisbare vaardigheid voor architecten, onderzoekers en iedereen die de toekomst wil vormgeven.
Bio
Martijn de Geus is een bekroonde Nederlandse architect, die sinds 2010 in Beijing woont en werkt. Hij is tenure-track universitair hoofddocent en doctoraal begeleider aan de School of Architecture van Tsinghua University, adjunct-directeur van het Engelse Master of Architecture Program (EPMA) en de Nederlandse Jonge Architect van het Jaar 2022.
Als mede-oprichter van maison h / 汉荷设计 combineert Martijn zijn academische werk met real-life projecten. Maison h is een internationaal architectenbureau met een focus op duurzaam ontwerp voor openbare gebouwen, met kantoren in China en Nederland.
Martijn voltooide zijn PhD en masteropleiding onder de Chinese meester architect Li Xiaodong aan de Tsinghua Universiteit, nadat hij een opleiding tot architect had gevolgd aan de TU Delft in Nederland. Hij bouwde zijn eerste gebouw op 19-jarige leeftijd, nadat hij in 2005 de wedstrijd ‘Wie komt er na Rem Koolhaas’ won. Zijn ontwerpfilosofie is geïnspireerd op zijn vroege ervaring als verzorger van gorilla’s in Nederland, hij beschikt over een uniek creatief denkproces en begrip van de Chinese manier van doen.
Zijn recente projecten omvatten de vernieuwing van het Tsinghua University Student Service Center (2021), het ontwerp van het Beijing Winter Olympic Museum 2022 (2018), het voedselbos in het Apenheul Primate Park (2020), de vernieuwing van het dorp Zhangjiakou (2019) en de renovatie van een binnenplaats in Baitasi (2018).
Awards (selected)
2022 Dutch Young Architect of the Year Award
2022 Pujiang Innovation Forum Youth Pioneer
2021 First Prize, International Design Competition for the Reconstruction of Beirut Port*
2015 UIA Health Design Competition Award Winner, Korea*
2014 Azure Honors Competition, Canada
2011 AIM Best Urban Planning, Overall Winner, China
2009 New building of Delft University School of Architecture, Honorable Mention, NL
2006 ‘Who Comes After Rem Koolhaas’ Award Winner, Netherlands
* as student mentor
meer weten over Martijn de Geus: zie zijn profiel op de Tsinghua website, zijn architechtenbureau https://maisonh.nl/ een eerder interview https://kanto.ph/voices/martijn-de-geus/ of over de School of architecture van Tsinghua https://arch.tsinghua.edu.cn/column/Home